Sinds kort draait hij weer in de bioscoop: Jurassic Park. Ditmaal uiteraard – dat is tegenwoordig verplicht – in glorieus 3D. Sinds 1993, het jaar waarin de film voor het eerst in de bios verscheen, is behoorlijk wat veranderd in de wereld van de paleontologie. Is deze dinofilm wetenschappelijk nog altijd even vers?
De klassiek geworden scènes stapelen zich bij een herkijk van deze dinosaurusfantasie van regisseur Steven Spielberg en boekschrijver Michael Crichton in hoog tempo op. Wie herinnert zich niet de dreigende ringen in een glas water bij het naderen van de angstaanjagende T-Rex of de eerste, door de heerlijke soundtrack van John Williams begeleide, blik op de fotorealistische, majestueus grazende brachiosaurussen?
Bovendien heeft Jurassic Park de liefhebbers van wetenschap behoorlijk wat te bieden. De film wordt bevolkt door paleontologen en kent zelfs een verdwaalde wiskundige. Het basisplot draait om een groot idee als het klonen van uitgestorven diersoorten en de film heeft verschillende uitleg-scènes waarin DNA de hoofdrol speelt. Lees verder